Out-of-the-box facility

Leerkrachten met goede ideeën of initiatieven kunnen worden vrij geroosterd (voor gelimiteerde tijd) én evt. andere benodigde middelen krijgen om hun idee te organiseren. Daarnaast krijgen docenten mogelijk scholing in benodigde vaardigheden voor het uitwerken van innovatieve ideeën en initiatieven


Een oplossing dat simultaan een aantal problemen oplost die spelen in het (Rotterdams) onderwijs, namelijk:

  1. Leerkrachten missen autonomie in hun baan terwijl dit essentieel is voor voldoening
  2. 1 op 3 leerkrachten stopt voor zijn/haar 30e levensjaar, o.a. door een gebrek aan ervaren autonomie: het oplossen van dit probleem lost dus ook het lerarentekort op
  3. Leermiddelen lopen vaak achter de realiteit van een snel veranderende wereld aan: door leerkrachten meer autonomie te geven kan de wereld de klas worden ingehaald

We lossen dit probleem op doordat stichtingen, scholen en gemeente het out-of-the-box initiatief voor leraren faciliteren. Dit betekent dat leraren die een goed idee of initiatief hebben hiervoor kunnen worden vrij geroosterd (voor gelimiteerde tijd) én evt. andere benodigde middelen kunnen krijgen om hun idee te organiseren. Daarnaast krijgen docenten mogelijk scholing in benodigde vaardigheden voor het uitwerken van innovatieve ideeën en initiatieven. Een idee of initiatief kan een innovatieve lessenserie zijn, maar ook een oplossing voor breder spelende problematiek binnen de gehele school (bijv. omgaan met diversiteit en kansenongelijkheid, pesten, gezond leven etc.)

Oplossing

In dit verhaal zijn er een aantal belangrijke stakeholders waarvan verschillende zaken worden verwacht om dit idee mogelijk te maken. 

  1. De leraar: Van de leraar verwachten we dat hij/zij bepaalde ideeën en initiatieven al voor een aanvraag (voor zover mogelijk) in het klein hebben getest in zijn/haar klas of hebben getest bij andere leraren. Op deze manier worden leraren gedwongen snel naar een concreet voorstel toe te werken
  2. De school: Deelnemende scholen stellen een “jury” aan die ideeën en initiatieven van leerkrachten moet beoordelen op een aantal aspecten. In de jury zit een diverse groep afgevaardigden vanuit alle lagen van de school (leerlingen, leraren, ondersteunend personeel, directie). Leraren met een idee pitchen deze bij de jury.
  3. De Stichting: (in het geval het PO/VO betreft): Op stichtingsniveau worden middelen beschikbaar gesteld om het idee te ondersteunen. Tevens houdt de Stichting toezicht of het initiatief daadwerkelijk vorm krijgt op de individuele scholen. 
  4. De Gemeente: in de praktijk zal je zien dat veel ideeën van leraren als een keer eerder zijn bedacht. Het is daarom belangrijk dat kennis over onderwijsinnovatie wordt verzameld en gedeeld. Om deze overkoepelende taak goed uit te voeren zou de Gemeente de volgende zaken kunnen doen:
    1. Het faciliteren van een online kennisbank waar alle uitgevoerde (en evt. ook afgekeurde) ideeën van docenten staan. Ter inspiratie maar ook om te leren van andere ideeën en initiatieven die niet het gewenste effect hebben gesorteerd.
    2. Een samenwerking aan gaan met een aantal partijen die gespecialiseerd zijn op het gebied van effectmetingen, denk aan Hogeschool Rotterdam, de Kennisrotonde of de Erasmus Universiteit.
    3. Daarnaast is het belangrijk dat docenten die ideeën en initiatieven uitwerken een ruimte tot hun beschikking hebben waarin de fantasie en creativiteit wordt geprikkeld. Een samenwerking met andere ideeën als ConnecTeach ligt hier bijvoorbeeld voor de hand.

NB: Het is natuurlijk ook mogelijk met een kleine pilot op een aantal scholen beginnen. Dat maakt de drempel een stuk lager om er mee aan de slag te gaan. Bij succes kan het groter worden uitgerold.

Organisatie van de oplossing

Neem voor meer informatie contact op met Eduhackathon Rotterdam


DEEL DE BOUWHOEK MET JE NETWERK

24